Ontdek wie je werkelijk bent!

Mijn lichte kant:

Super veel vertrouwen hebben. Dat is waar rode Draak goed in is. Ik heb veel goede ideeën en ben creatief. Als we samen spelen, zorg ik ervoor dat je het fijn hebt en dat er een oplossing komt als er een probleem is. Ik hou van knuffelen, warmte en lekker eten. Ik kan goed voor mezelf en voor anderen zorgen. Ik weet gewoon hoe dat moet.

Mijn schaduwkant:

Soms ben ik bang dat mijn plannetjes niet lukken. Ik heb er dan geen vertrouwen in. Ik word dan snel boos op mijn vrienden en vind dat het aan hen ligt. Ik heb het gevoel dat ik in de steek gelaten word. Eigenlijk ben ik vooral met anderen bezig en niet meer met wat ik zelf nodig heb om fijn te kunnen spelen. Dat vergeet ik dan helemaal. Ik weet dan ook geen oplossingen meer. Hoe hard ik er ook over nadenk.

Mijn lichte kant:

Praten, dat is waar witte Wind goed in is. Ik heb snel nieuwe ideeën en wil graag mooie dingen maken. Ik weet wat ik wil en vertel daar graag over. Met mijn plannetjes maak ik van de wereld graag een mooie plaats. Kinderen, mensen, dieren en natuur horen bij elkaar. Met mijn verhalen zorg ik voor een frisse wind die voor verandering zorgt.

Mijn schaduwkant:

Ik kan erg twijfelen. Als ik me niet fijn voel, ga ik alleen spelen. Ik wil dan niet bij de andere kinderen zijn. Ook praat ik dan niet over mijn gevoelens. Ik hou ze dan voor mezelf. Ik weet niet meer wat ik zelf wil. En kan daardoor moeilijk zelf kiezen. Ik doe dan maar wat de anderen zeggen. Ook ben ik bang.

Mijn lichte kant:

Uniek zijn. Daar is blauwe NACHT goed in. Ik droom graag en ken het kleine stemmetje in mezelf dat weet wat goed voor me is. Ik doe de dingen op mijn eigen unieke manier. Hierdoor vind ik rust in mezelf. Mijn eigen plekje hier op aarde vind ik door af en toe lekker stil te zijn. Ik voel me veilig, waar ik ook ben.

Mijn schaduwkant:

Als ik me niet lekker voel, heb ik geen zin in veranderingen. Dan wil ik het liefst dat alles hetzelfde blijft. Ik kan me dan wat down voelen of lang boos of verdrietig blijven. Ook wil ik dan liever niet delen met mijn speelgoed en spullen. Ik wil dan dat het gaat zoals ik wil.

Mijn lichte kant:

Groeien en opbloeien. Daar is gele ZAAD goed in. Ontdekken, maken, veel ideeën en mogelijkheden zien en creatief zijn. En zo groter worden, als het kleine zaadje dat een bloeiende grote boom wordt. Ik heb geduld en vertrouw op het kleine stemmetje in mezelf dat weet wat en wanneer ik iets nieuws kan beginnen. Ik weet wat ik wil en doe dat stap voor stap.

Mijn schaduwkant:

Als ik me niet lekker voel, kies ik voor het oude en vertrouwde. Als ik dit teveel doe, kunnen nieuwe plannen niet groeien.  Of het kan zijn dat ik teveel en tegelijk wil, en daar word ik moe van.

Mijn lichte kant:

Met mijn lichaam dingen doen. Dat is waar rode SLANG goed in is. Ik doe de dingen die ik doe automatisch en vanuit mezelf. Ik volg mijn verlangen en de dingen waar ik plezier in heb. De ene keer is dat in bomen klimmen en de andere keer dansen. Als ik zo bezig ben, voel ik mijn kracht en blijdschap. Ik ben dan sterk en energiek.

Mijn schaduwkant:

Ik doe wat ik gewend ben, ook al voelt dat niet fijn. Ik ben moe en luister niet naar de signalen van mijn lichaam. Als ik boos of verdrietig ben, ligt dat niet aan mezelf. Dat komt door mijn vriendjes. Ook wil ik graag het mooiste en duurste speelgoed hebben.

Mijn lichte kant:

Witte Wereldoverbrugger houdt van mooie spullen en dat het thuis fijn is. Ik houd van evenwicht en zekerheid. Nare dingen die gebeuren, accepteer ik en laat ik daarna los. Ik weet dat ik altijd weer opnieuw kan beginnen. En dat er altijd hulp is, in welke vorm dan ook. Ik zorg ervoor dat anderen krijgen wat ze nodig hebben. Als er ruzie is, luister ik naar beide kanten. Ik zorg ervoor dat het weer goed om me heen wordt. Ik ben behulpzaam, intelligent en breng anderen op ideeën. Samenwerken vind ik fijn. Ik doe wat van mij gevraagd en verwacht wordt en ga makkelijk met andere kinderen om. Ook vind ik het fijn om alleen te zijn. Dan voel ik me vrij.

Mijn schaduwkant:

Wanneer ik teveel nare dingen meemaak, word ik bang en wil ik ertegen vechten. ‘Ik heb altijd pech! Ben ik wel waardevol en belangrijk?’ Ik wil ook geen nieuwe spelletjes meer leren. Laat het maar hetzelfde,  laat mij het bepalen, dan weet ik tenminste wat ik kan verwachten… Ik wil geen veranderingen meer. Ik wil grip. Zo word ik lui, ga ik piekeren of alleen op mijn kamer zitten. Ik kan ook erg explosief en snel boos worden. Of liever niet willen eten. Ik vind het moeilijk om los te laten en afscheid te nemen. Hier heb ik angst voor. Ik heb het nodig om iets te kunnen betekenen voor de anderen.

Mijn lichte kant:

Ik speel veel samen met andere kinderen en wil het thuis en met mijn familie graag fijn hebben. Ik vertel anderen wat ik meemaak, wat ik denk en wat ik voel. Blauwe Hand is goed in leiding nemen. Ik houd van eerlijkheid, ben betrouwbaar en maak alles weer heel. Dat kan ik heel makkelijk omdat ik precies weet wat er bij een ander aan de hand is. Ik help hen graag. Als ik met iets heel leuks bezig ben, vergeet ik de tijd. Ik maak graag mooie dingen, houd van lekker eten en buiten zijn. Ook houd ik ervan om vrij en alleen te zijn… en om te dansen of te reizen.

Mijn schaduwkant:

Als ik me niet lekker voel, denk ik teveel na en wil ik de ene keer dit en de andere keer dat. Ik maak mijn werk of spelletje dan niet eerst af. Of ik ga het uitstellen omdat ik ongerust word of het wel goed zal worden. Ik voel dan te veel opwinding en druk omdat ik het (te) mooi wil maken. Soms laat ik me ook teveel door anderen bepalen. Ik denk dan dat ik zelf niet goed genoeg ben. Hier word ik moe van. Ik heb het nodig mijn veiligheid en rust in mezelf te vinden. Ik ben precies goed zoals ik ben. Ik heb alles in me. Ik heb het ook nodig om het rustig aan te mogen doen zodat ik kan blijven genieten van waarmee ik bezig ben.

Mijn lichte kant:

Dansen, zingen, vertellen en tekenen. Gele Ster is een ware kunstenaar! Samen maken we het hier  mooier op aarde. Iedereen doet op zijn eigen manier mee. Ik wijs je de weg. We zijn allemaal gelijk. We hebben allemaal een eigen plek. Ik word niet snel moe en wil graag dat we allemaal kunnen stralen. Ik sta graag in de aandacht. Ik ben slim, houd van humor en breng harmonie.

Mijn schaduwkant:

Als ik me niet lekker voel, dan twijfel ik aan mezelf en krijg ik nerveuse gedachten: ‘Hoor ik hier wel? Ben ik wel goed genoeg?’ Dan wil ik dit en dan wil ik dat. Wanneer ik me boos, verdrietig of bang voel, vind ik het moeilijk om dat aan anderen te vertellen. Dit houd ik dan voor mezelf. Ik zoek spanning en confrontaties op. Ik geloof dat er maar één manier is om dingen te doen. En die weet ik… Ik doe wat ik gewend ben om te doen. Ik heb het nodig om mijn gevoelens te uiten en niet teveel de extremen op te zoeken.

Mijn lichte kant:

Voelen, dat is waar rode Maan goed in is. Voelen bij jezelf en weten hoe anderen zich voelen. Als het nodig is, huil ik even. Verdriet, boosheid of jaloezie… alles mag er zijn. Zo blijf ik in verbinding met mezelf. En ben ik een voorbeeld voor anderen. Ik heb zelfvertrouwen en weet wat ik wil. Ik heb veel ideeën en fantasie. Ik laat mijn licht schijnen.

Mijn schaduwkant:

Als ik me niet fijn voel, reageer ik overgevoelig op andere kinderen. Het ligt aan hen dat ik me naar voel! Ook wil ik dan niet voelen dat ik zelf boos of verdrietig ben en zeg dan bv. dat mijn vriendje dat is. En ik ga hem dan zeggen hoe hij moet spelen en wat hij niet mag doen. Zo bepaal ik het spel.

Mijn lichte kant:

Ik ben lief en trouw. Kom maar als je verdrietig bent. Ik help graag want ik ben Witte Hond. Ik accepteer mezelf en houd ervan om samen te spelen. Dan loop ik voorop. Ik ben niet graag alleen. Voor anderen ga ik door het vuur. Ik neem hen zoals ze zijn. En als we uitgespeeld zijn, bedenk ik zo weer een nieuw plan. Dit lukt me het best wanneer ik weet wat wel en niet mag, dus waar de grenzen liggen. En ik ben hierbij graag creatief bezig, bijvoorbeeld met tekenen of schilderen. Ik leef vanuit mijn hart.

Mijn schaduwkant:

Wat word ik soms moe van al dat spelen. Dan ga ik ook maar door en door. En voel ik helemaal niet meer wat ik zelf wil. Ik voel dan eigenlijk niets meer… En uit mijn gevoelens ook niet meer. Soms kan ik de baas spelen en vind dan dat andere kinderen maar moeilijk doen. Hier kan ik boos om worden. ‘Waarom spelen ze niet leuker? Waarom doen ze niet liever?’ Het ligt aan hen dat ik het niet fijn heb. Ik kan me erg alleen of somber voelen. Ik heb het nodig om mezelf niet weg te cijferen voor anderen. Ik vind het fijn als ik goedkeuring van anderen krijg en leiding kan nemen.

Mijn lichte kant:

Wil je spelen en lachen? Kom dan maar bij mij! Want ik ben Blauwe Aap. Ik heb humor en speel graag. En doe de dingen die ik leuk vind. Gewoon vanuit mijn gevoel. Toneelspelen, muziek maken, sporten of schilderen… wow… wat kan ik veel! Ik ben nieuwsgierig, slim en leer snel. Als ik het even niet meer weer, blijf ik rustig en krijg ik wel weer een plannetje. Overal is een oplossing voor… En wil je zien wat ik kan? Kom dan maar kijken want ik hou van aandacht en presteren. Ik geef graag leiding en heb veel vrienden.

Mijn schaduwkant:

Ik kan snel boos en te serieus zijn. Soms maak ik mijn spelletje niet af. Dan wil ik dit en dan wil ik dat. Ik kan dan niet kiezen, weet niet meer wat ik wil. Of ik ben alleen nog maar met één spel bezig en ga daar helemaal in op. En als ik me dan niet fijn voel, verberg ik dat door flauwe grapjes te maken. Over mezelf of over anderen. Mijn gevoelens laat ik niet zien, die houd ik voor mezelf. Ik wil ook niet meer samenspelen. ‘Hoe zullen de andere kinderen over me denken?’, vraag ik me dan af. Ik heb het nodig om creatief bezig te zijn en zo mijn gevoelens te uiten. En om met andere kinderen om te blijven gaat. Te horen dat ik oké ben zoals ik ben. 

Mijn lichte kant:

Alles wat ik aandacht geef, groeit! Daarom weet ik, Gele Mens, waar ik over nadenk en wat ik wil. Ik richt me op de spelletjes die me blij maken. Ik kies voor wat ik zelf wil. Ik ben een onderzoeker, ontspannen, aardig en vriendelijk. Ik ben gevoelig, heb humor en kan hard werken. Als ik gebruik maak van de fantasie en ideeën die in mezelf zitten, maak ik de mooiste dingen! Dit gaat dan vanzelf. En als jij het ook mooi vindt, geef ik het graag aan jou.

Mijn schaduwkant:

‘Doe ik er wel toe? Krijg ik wel genoeg?’ Als ik speel, zijn er soms zoveel gedachtes. Ik let dan veel op de andere kinderen. Het lijkt wel of zij meer hebben of beter zijn in dat wat we spelen. Ik denk veel na en wil graag slim zijn. Als ik me niet fijn voel, vertel ik dat niemand. Daardoor kan ik plotseling erg boos worden. Anderen kunnen hiervan schrikken, want die konden dit van tevoren niet aan me zien. Ik heb het nodig om mijn gevoelens te uiten en om  bij mijn vrienden, die erg belangrijk voor me zijn, te blijven zeggen wat ik denk en wil. Ook als daar ruzie door komt.  

Mijn lichte kant:

Lef… en van daaruit leven. Dat is waar Rode Hemelwandelaar goed in is. Als ik speel, wil ik nieuwe en andere dingen ontdekken. Ik ben moedig en heb zelfvertrouwen. Ik ga voor wat ik zelf denk, voel en geloof. Ook al is dat anders. Ik heb met alles en iedereen om me heen een lijntje en kan daardoor als een soort van ruimtereiziger zijn. Wat ik leer en hoor, deel ik met anderen. Ik geef graag leiding en ben slim. Wanneer ik met andere kinderen samen speel, hebben we het fijn. Ze vinden mij aardig. Ik houd van moeilijke spelletjes. Hierbij houd ik mijn hoofd koel en blijf me concentreren. Ook kan ik hard werken met mijn grote uithoudingsvermogen. Ik ben trots op mijn prestaties.

Mijn schaduwkant:

Ik voel me fijn bij wat ik ken. Daarom speel ik elke keer hetzelfde spel. Ik houd niet van veranderingen. Ik ben graag alleen… andere kinderen kunnen lastig zijn. Ik weet niet hoe ik met ze om moet gaan en we krijgen snel ruzie. En daar word ik bang van. Ik heb het nodig om nieuwe dingen uit te proberen en te genieten van het leven. Zo leer ik vanzelf beter met andere kinderen om te gaan.

Mijn lichte kant:

Ik zorg dat wat ik doe, klopt met wat ik denk en voel. Daar is witte TOVENAAR goed in. Ik luister naar mijn hart, naar de dingen waar ik blij van wordt. Ik kan goed leiding nemen en weet wanneer ik iets moet doen. Als door een soort van toverkracht doe ik iets op het juiste moment. Ik hou ook veel rekening met anderen. Ik ben met alles en iedereen verbonden.

Mijn schaduwkant:

Als ik me niet lekker voel, dan wil ik de baas spelen over anderen. Dan ben ik bang. Ik geloof dan niet genoeg in mezelf. Ik wil dan graag van anderen horen dat ik een spelletje goed gespeeld heb of dat ze me goed vinden zoals ik ben. Ik weet het dan zelf allemaal niet meer…En als een vriendje niet goed voor me is, vind ik het lastig om hem te zeggen dat ik niet meer met hem wil spelen.

Mijn lichte kant:

Ik weet wat nodig is om me heen. Ik hou van vrede. Als Blauwe Adelaar heb ik overzicht. Ik kan heel hoog vliegen en goed kijken. En zie dan zelfs nog de meest kleine dingetjes in het grote plaatje. Ik ben graag alleen. Als we samen spelen zorg ik dat het fijn wordt. Moeilijke dingen kan ik je op een makkelijke manier uitleggen. Voor alles is een oplossing. Ik help je graag. Ik weet wat ik wil en ga daarvoor. Ook al vinden anderen dat gek. Ik kan hard werken en kom vaak met nieuwe ideeën.

Mijn schaduwkant:

Ik voel me naar doordat ik zoveel verdriet en ziekte om me heen zie. Ik wil te graag de andere kinderen helpen. Daardoor vergeet ik wat ik zelf fijn vind. Als we spelen, speel ik mee voor mijn vriendje. Ik durf geen ‘nee’ te zeggen. Ik zeg niet wat ik zelf denk, voel of wil. Of ik kan de baas gaan spelen, ik wil dan alles bepalen. Ook dat komt doordat ik niet meer weet wat ik zelf nodig heb. Ik heb het nodig vanuit vrijheid met andere kinderen om te kunnen gaan.

Mijn lichte kant:

Ik weet wat ik nodig heb en ga daar voor. Dat is waar Gele Krijger goed in is. Voor mezelf en ook voor anderen. Ik speel en doe de dingen waar ik zelf blij van word en die goed voor me zijn. Ik ben niet bang. Ik ben serieus en kan heel goed denken en voelen.  Als we niet lekker spelen, zoek ik uit waar dat aan ligt. Zodat we het op het juiste moment kunnen oplossen en verder kunnen spelen. Ik leer door vragen te stellen. Daarna vind ik het ook fijn om even alleen te zijn.

Mijn schaduwkant:

Ik ben bang. Andere kinderen bepalen daardoor wat ik speel. Ik weet niet wat ik zelf wil. Ik volg de regels van het spel en zo moeten ze ook blijven. Zal ik anderen vragen stellen of niet? Straks vinden ze me nog dom. Nee, ik kan beter in de aanval gaan. En zeggen wat ik ervan vind. Hierdoor krijg ik wel vaak ruzie. En als ik iets geleerd heb, hou ik het liever voor mezelf. Straks gaan ze me nog raar vinden… Ik heb het nodig om vanuit mijn eigen kracht en ideeën te spelen en iedereen heeft zijn eigen mening en plek en dat is oké. 

Mijn lichte kant:

Ik zit vol ideeën, ze floepen zomaar op uit het niets. Rode AARDE is goed in opletten en aanwezig zijn. Ik ga waar mijn voeten me brengen. Ik luister naar de andere kinderen om me heen, samen komen we verder. Ik word niet moe. Ik maak mooie dingen en kom makkelijk met oplossingen. Ik zorg dat alles op zijn pootjes terecht komt. Als ik doe wat bij me past, vliegt de tijd voorbij. Ik weet wat ik wil en welke weg ik te gaan heb. Ik volg de tekens.

Mijn schaduwkant:

Als ik me niet lekker voel, ben ik koppig en eigenwijs. Ik vind dat de andere kinderen dan niet deugen. En het ligt dan aan hen! Ik leef graag in dromenland en wil dan weer dit en dan weer dat. Als ik het maar kan bepalen. Ik heb geen geduld.

Mijn lichte kant:

Als Witte Spiegel weet ik wat er in mezelf of een ander omgaat. Ik vertel je eerlijk wat ik zie, voel en wat nodig is. De mooie kanten, maar ook de minder mooie kanten waarvan je kunt leren. Ook al vind je het soms niet leuk om dit te horen. Maar ik weet dat we daarna mooier samen kunnen spelen. En daar doe ik het voor. Af en toe blijf ik even bij je weg en zoek ik een eigen stil plekje. Hierdoor weet ik weer wat ik zelf nodig heb om me fijn te voelen. Met behulp van mijn nieuwsgierigheid kom ik tot nieuwe, bijvoorbeeld technische ideeën. Ik ben creatief, ben graag bezig en help je graag.

Mijn schaduwkant:

Ik kan zo twijfelen… denken… en moeilijk doen. Ik ben dan niet tevreden over wat ik gemaakt heb, vind dat het mooier of groter had moeten zijn. Als we spelen, doe ik alles wat jij wilt. En als ik het niet meer leuk vind, ga ik liegen of geef ik jou op de kop. Ooowh, kon ik dan maar weer leuker samenspelen en delen, want dat is wat ik nodig heb!

Mijn lichte kant:

Ik hou van veranderen en maak van het spel dat we spelen een nieuwe, verbeterde versie. Dat is waar ik, Blauwe Storm, goed in ben. En ik kan heel veel beter maken want ik heb veel power. Ik ga door en door. Mij krijg je niet klein. Als ik van een moeilijk spel geleerd heb, vertel ik het aan jou weer door. Ik hou niet van vaste spelregels of vormen. Of je nu een jongen bent of een meisje… het maakt niet uit. Je mag doen wat bij jou hoort. Ik ben nieuwsgierig, vriendelijk, lief en gevoelig. En blijf altijd in beweging. Anderen worden wel eens onrustig van mij want ik laat overal om mij heen mijn licht stralen.

Mijn schaduwkant:

Laat mij maar bekende spelletjes spelen. Bah, wat word ik onrustig of angstig als ik iets nieuws moet leren. ‘Wat moet ik doen?’ Ik weet het zelf niet. Oei, wat kan ik twijfelen… Ik luister dan vooral naar wat de kinderen om me heen vertellen. Ik ben bang om mijn vrienden te verliezen. Ik heb ze nodig. Ik kan het niet alleen. Om die vervelende gevoelens maar niet te hoeven voelen, ga ik maar veel gamen of chatten. Zo voel ik lekker niets. Ik heb het nodig om te blijven groeien en te geloven in mezelf!

Mijn lichte kant:

Ik kan me goed in andere kinderen inleven en rekening met ze houden. Ik ben Gele Zon en straal als de zon. Ik verwarm mezelf en mijn vriendjes en geef zo licht en liefde. Ik weet waar ik goed in ben, en ook waar ik niet goed in ben. En zo hebben we allemaal dingen waar we goed èn minder goed in zijn. Het is oké. We horen bij elkaar. Ik droom graag over hoe we het beter kunnen maken met elkaar. Ik ga voor mijn dromen… om die echt te maken. Hier werk ik hard voor. Ik houd van mooie spullen en kleren. En schilder, klei of knutsel graag!

Mijn schaduwkant:

Soms wil ik teveel of wil ik het te mooi. En dan word ik koppig. Als ik dan speel en het niet precies gaat zoals ik het me had voorgesteld, ben ik helemaal teleurgesteld. Ik geef mijn vrienden dan op de kop. Ze kunnen er ook niets van!... Ooowh, kon ik me maar wat makkelijker aanpassen aan wat de andere kinderen willen. Of kon ik de spelletjes maar wat simpeler houden. Dan zou ik me hopelijk niet meer zo vaak alleen voelen. Ik heb het nodig meer te genieten van de mooie dingen die ik gemaakt heb. En niet teveel te willen.